Volgens de Zelfregulatietheorie (Regulatory Focus theorie, Higgins, 1997) kunnen mensen op twee verschillende manieren in beweging komen: a) om zich goed te voelen of b) om te voorkomen dat zij zich slecht voelen. Oftewel: mensen hebben een promotiefocus of een preventiefocus. 

Iemand met een promotiefocus is voornamelijk bezig met het verwezenlijken van idealen en ambities. Mensen met een promotiefocus willen iets bereiken en voelen zich goed gestemd als dat lukt. Lukt het niet, dan voelen zij zich gedeprimeerd. Mensen met een preventiefocus daarentegen, laten zich veel meer leiden door verplichtingen en verantwoordelijkehden en waarderen de uitkomsten veel eerder in termen van aan- of afwezigheid van iets negatiefs, ofwel het verkomen van verliezen. Lukt het om verliezen te voorkomen, dan voelen mensen met een preventiefocus zich relaxt. Lukt het niet, dan voelen zij zich geagiteerd. 

Regulatieve focus is een toestand waarin een mens verkeert. Die kan chronisch zijn, maar ook verschillen per situatie. Als je wilt weten hoe je chronische regulatory focus is, dan kun je hier de RFQ doen (Engelstalige  test). 

 

Communicatie 

Door middel van taal kun je mensen in een promotiefocus of een preventiefocus krijgen. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij experimenteel sociaal-wetenschappelijk onderzoek (RF induction). Bij dergelijke onderzoeken krijgen deelnemers een opdracht om iets te schrijven over zichzelf. In de ene groep moeten de deelnemers dan schrijven over een succesvol moment in hun leven (de promotieconditie) en in de andere groep over een moment waarop ze voorzichtig waren en probeerden niet in de problemen te komen (preventieconditie). Maar het gebeurt ook buiten wetenschappelijke laboratoria. Denk aan een klassituatie. Wanneer je als docent een proefwerk geeft, dan kun je zeggen: “Iedere fout is een punt eraf”. Maar je kunt ook zeggen: “Ieder goed antwoord is een punt erbij”. 

Positieve uitkomsten dragen bij aan vooruitgang en hebben daarom de voorkeur van mensen met een promotiefocus. Het uitblijven van negatieve uitkomsten geniet daarentegen de voorkeur van mensen die gefocust zijn op veiligheid (preventiefocus). Dit heeft ook gevolgen voor het type communicatie waarmee je deze mensen het best kunt bereiken.  Bijvoorbeeld de invloed van verschillende communicatiestrategieën om middelbare scholieren van het roken af te houden (Kim, 2006). Hiervoor werd aan niet-rokende scholieren een anti-rookfilm getoond. De anti-rookfilm had of een boodschap die de positieve aspecten van niet-roken benadrukte (bijvoorbeeld ademhaling, brein, witte tanden etc.) of de negatieve aspecten van wel roken (bijvoorbeeld kans op kanker, hersenschade, gele tanden etc.). De intentie om niet te gaan roken was het sterkst wanneer de framing van de boodschap en de regulatiefocus op elkaar aansloten: dus een positieve boodschap bij scholieren met een promotiefocus en een negatieve boodschap bij scholieren met een preventie focus. 

 

Bronnen 

Higgins, E. T. (1997). Beyond pleasure and pain. American Psychologist, 52, 1280-1300. >>pdf 

Kim, Y.J. (2006). The role of regulatory focus in message framing in antismoking advertisements for adolescents. Journal of Advertising, 35, 143-151. 

Foto door Alvin Caal: https://www.pexels.com/nl-nl/foto/foto-van-vrouw-in-de-buurt-van-kettingschakel-2853592/

 

error

Vind je dit een interessant artikel? Help me dan meer volgers te vinden!