Ze zit er een beetje gespannen bij, Nebahat Albayrak. Jeroen Pauw op zijn best: scherpe vragen, pogingen om gesprekspartner uit haar tent te lokken. Aan de non-verbale signalen en de afgebeten antwoorden van Albayrak te oordelen, lukt het hem aardig. 

De manier waarop het interview verloopt is een prachtig voorbeeld van defensieve communicatie. Het is duidelijk te zien dat Albayrak moeite heeft met de manier waarop zij wordt aangesproken, en de waardeoordelen die verborgen lijken te liggen in de uitspraken van Pauw. De communicatie verloopt dan ook stroef. 

Vrouw én Turkse – twee stereotypen
Ik maak – net als de presentatoren van Pauw en Witteman altijd doen – even een bruggetje. En wel naar de werking van die verborgen waardeoordelen, ofwel impliciete stereotypen. Met name hoe negatieve stereotypen een grote – veelal negatieve – invloed hebben op prestaties. Nu wil ik hiermee niet direct zeggen dat Albayrak inhoudelijk minder goed presteerde, maar ze was in ieder geval communicatief niet op haar best. 

Claude Steele en Joshua Aronson (1995), twee Amerikaanse sociaal-psychologen, kwamen als eersten met de notie ‘stereotype threat’. Stereotype threat treedt op in situaties waarin mensen bang zijn om een negatieve stereotypering over hun eigen sociale groep te bevestigen. Uit onderzoek bleek bijvoorbeeld dat vrouwen slechter presteerden tijdens een wiskundetest wanneer ze vooraf hun geslacht moesten invullen, dan wanneer dat niet hoefde. Of zwarte studenten die veel slechter dan verwacht (aan de hand van andere schoolprestaties) presteerden op nationale examens. En daarbij ging het juist om mensen die heel veel waarde hechtten aan scholing en academische prestaties. In eerste instantie werd aangenomen dat het ging om een vorm van faalangst. 

Latere onderzoekers kwamen erachter dat stereotype threat afhankelijk was van de situatie. Zij brachten het slechte presteren in verband met de Regulatory Focus Theorie (Higgins, 1997). Volgens deze theorie zijn er twee verschillende, onafhankelijke psychologische mechanismen die invloed hebben op de gevoeligheid voor ‘winnen’ (=positieve uitkomsten) of ‘verliezen’ (=negatieve uitkomsten) in bepaalde situaties. De preventiefocus is verliesgericht, dus op situaties die mogelijk nadelig kunnen zijn. In een onderzoek van Seibt & Förster (2004) werden proefpersonen geprimed met negatieve zelf-relevante stereotypen. Ten opzichte van een controlegroep presteerden deze slechter op taken die veel van het cognitieve vermogen eisten. Volgens deze onderzoekers zou de preventiefocus veroorzaakt worden door stereotype threat. 

Ongeveer tegelijkertijd kwamen onderzoekers als Schmader en Johns (2003) met een heel andere verklaring voor het fenomeen. Volgens hen was stereotype threat een stressor die een bedreiging vormt voor de sociale identiteit. Doordat mensen zich te veel bezig zouden houden met irrelevante gedachten, zouden zij minder hersencapaciteit overhouden om ingewikkelde taken uit te voeren die veel van het cognitieve vermogen eisen (ego depletion=cognitieve uitputting). 

Tomas Ståhl en collega’s  (2010) gingen nog een stapje verder door regulatory focus theorie te linken aan die van Schmader en Johns (cognitieve uitputting). Zij toonden aan dat mensen die geprimed waren met een preventiefocus op stereotype threat reageren door onmiddellijk al hun cognitieve bronnen aan te spreken, om zo een negatieve uitkomst te voorkomen. In eerste instantie lukt dat ook en doen ze het heel goed op een ingewikkelde taak. Maar omdat ze zo’n sterke wissel leggen op hun cognitieve capaciteiten, raken deze op een bepaald moment op, waarna ze fouten gaan maken. 

Of de bovenstaande theorie nu direct op Nebahat Albayrak van toepassing is, daar kan ik zo niets over zeggen. Wel zullen heel veel vrouwen – of zij nu wel of niet een niet-Nederlandse achtergrond hebben – geconfronteerd worden met impliciete of expliciete vooroordelen wanneer zij zich op een terrein begeven dat traditioneel  nog steeds wordt gedomineerd door mannen, zoals leiderschap op hoog niveau. 

 

Bronnen 

Seibt, B., & Förster, J. (2004). Stereotype threat and performance: How self-stereotypes influence processing by inducing regulatory foci. Journal of Personality and Social Psychology, 87, 38-56.
>>pdf  

Schmader, T., & Johns, M. (2003). Converging evidence that stereotype threat reduces working memory capacity. Journal of Personality and Social Psychology, 85, 440-452.
>>pdf 

Ståhl, T., Van Laar, C., & Ellemers, N. (2010).  Why stereotype threat impairs cognitive performance when in a prevention focus: initial cognitive mobilization at the expense of endurance. Manuscript submitted for publication. 

Steele, C. M., & Aronson, J. (1995). “Stereotype threat and the intellectual test performance of African Americans”. Journal of Personality and Social Psychology69 (5): 797–811. 

 

Videofragmenten 

 

 

 

error

Vind je dit een interessant artikel? Help me dan meer volgers te vinden!