Wat kun je doen om communicatie zo effectief en zo zinvol mogelijk te laten verlopen? Een van de belangrijkste richtlijnen hiervoor is: zorg voor een gespreksklimaat van wederzijds vertrouwen.

Een dergelijk gespreksklimaat kun je onder andere bevorderen door gedragsvormen die openheid stimuleren en defensiviteit verminderen. Dit is precies waar sociaal-psycholoog Gibb (1961) het over had toen hij schreef over defensieve communicatie. Volgens Gibb ontstaat defensief gedrag wanneer je je bedreigd voelt of wanneer je een bedreigen verwacht. Hij noemt zes concrete gedragsvormen die defensiviteit oproepen en geeft daarbij aan welke gedragsvormen de defensiviteit verminderen.
1. beoordeling – beschrijving

2. dwang – probleemgerichtheid

3. manipulatie – spontaniteit

4. onverschilligheid – empathie

5. superioriteit – gelijkwaardigheid

6. overtuigd zijn van eigen gelijk – voorlopigheid

 

Beoordeling
Defensief gedrag wordt opgeroepen wanneer je je als mens beoordeeld voelt. We geven heel gemakkelijk een (negatief) waardeoordeel.  We veroordelen, we maken verwijten, we geven de schuld. Dat doen we bijna altijd in de vorm van ‘jij-taal’.

Hoe kan dat anders? Volgens Gibb (1961) kun je beter gebruik maken van beschrijvende taal. Je geeft dan louter een beschrijving van wat je hebt waargenomen of van hoe je je voelt, zonder een waardeoordeel hierover te geven en zonder van de ander te eisen dat hij zijn houding of zijn gedrag verandert. Maar ook het geven of vragen van informatie zonder impliciet te beschuldigen (dit is beeldvorming zonder oordeelsvorming). En dat doe je door gebruik te maken van zogenaamde ‘ik-taal”.

 

Dwang
Een van de psychologische basisbehoeften, die ieder mens op deze aarde heeft, is een bepaalde hoeveelheid autonomie (zie bijvoorbeeld Self-determination Theory; Deci & Ryan, 2000). Mensen gaan zich snel terugtrekken in verdedigingsopstelling als zij het gevoel hebben dat anderen druk op hen uitoefenen.Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer we onze gesprekspartner overrompelen, of proberen te overtuigen van ons gelijk met een stroom van overredende argumenten, wanneer we zeggen hoe zij zich moeten gedragen. Of, wanneer we vooraf al hebben besloten hoe de oplossing van een bepaald probleem eruit ziet, zodat die ander zich bijna gedwongen voelt om ‘ja’ te zeggen.

Maar het kan ook anders: we kunnen aangeven dat we bereid zijn het probleem samen te verkennen en vanuit een gezamenlijke probleemomschrijving een oplossing te zoeken. Die oplossing staat per definitie niet van te voren vast. We laten dan de ander de ruimte om bij te dragen aan het besluit of om een eigen besluit te nemen.

 

Manipulatie
We proberen ons doel ook vaak te bereiken door middel van manipulatie: een verborgen en indirecte manier van iets duidelijk maken of tot ander gedrag aanzetten. Bijvoorbeeld door geveinsde emotie, door schijnargumenten, door net te doen of iets belangrijk is voor de ander terwijl het alleen gaat om eigen belang. Een speciale vorm van manipulatie is de ‘psychologische sandwich’ van lof-kritiek-lof (nogal eens aangeprezen in communicatietrainingen!). Je zegt dan eerst iets aardigs, vervolgens geef je een klap en je eindigt weer aardig (“ik heb immers het beste met je voor…’). Meestal leidt dit tot defensief gedrag bij de ander.

Hoe kun je dit voorkomen? Door spontaan en eerlijk gedrag, zonder bijbedoelingen en verborgen agenda’s. Je zegt dan rechtstreeks wat er in je omgaat, wat je denkt, wat je voelt.

 

Onverschilligheid
Mensen hebben niet alleen behoefte aan autonomie, maar ook aan verbinding (‘relatedness’ Deci & Ryan, 2000).Ze willen erbij horen, het gevoel hebben dat anderen om hen geven, interesse in hen hebben. In de dagelijkse interactie gedragen we ons echter vaak heel onverschillig. We gaan dan totaal voorbij aan de gevoelens van de ander, we bejegenen hem of haar als een object, we tonen geen betrokkenheid of persoonlijke inzet. Ook onverschilligheid leidt tot defensief gedrag. Empathie – het inleven in de gevoelens en de situatie van de ander, voor hoe en wie hij is – kan ervoor zorgen dat de ander zich wél gehoord voelt.

 

Superioriteit
Soms laten we merken dat we ons beter voelen, dat we meer macht hebben, of dat we zaken beter doorzien. Zo’n opstelling draagt bij aan gevoelens van minderwaardigheid. Tegenover superioriteit staat gelijkwaardigheid. Dat houdt in dat je de ander laat merken dat je op gelijke voet met hem wilt communiceren, dat je wilt samenwerken in wederzijds vertrouwen en respect. Dat je elkaar waarde toekent als persoon, ook al bestaan er grote verschillen in talenten, competenties, status of macht. Ongelijkheid hoeft dus niet ‘ongelijkwaardigheid’ te betekenen.

 

Overtuigd zijn van eigen gelijk
Mensen willen niet alleen ‘erbij horen’, en als autonome wezens behandeld worden, ze willen ook heel graag gezien worden als ‘competent’. Dit gebeurt niet wanneer wij een belerende houding aannemen of laten merken dat wij precies weten wat goed en fout is. Kortom: we duwen de ander in een verdedigende houding wanneer we laten merken dat onze manier van denken de enige juiste is en daarmee suggereren dat de ander dom is.

We kunnen dit voorkomen door onze mening als voorlopig te presenteren en achter onze eigen gewoonten en vanzelfsprekendheden ook een vraagteken te durven zetten: openstaan voor nieuwe ideeën en suggesties. Maar vooral ook: interesse tonen voor wat we nog niet weten en de bereidheid tonen om rekening te houden met het oordeel van de ander.

Bronnen

Gibb,J.R. (1961). Defense Level and Influence Potential in Small Groups, in L. Petrullo and B. M. Bass (eds.), Leadership and Interpersonal Behavior (New York: Holt, Rinehart and Winston, pp. 66-81.

Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). The ‘what’ and ‘why’ of goal pursuits: Human needs and the self-determination of behavior.Psychological Inquiry11, 227-268.
>>PDF Full Text

 

 

Foto credit: Tim Gouw – Unsplashed

error

Vind je dit een interessant artikel? Help me dan meer volgers te vinden!